Zeeuwse Koortsen: verschil tussen versies
Importing text file |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
| (3 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven) | |||
| Regel 1: | Regel 1: | ||
[[Bestand:Zeeuwse Koortsen1.jpg|thumb|right|300px|Op 24 en 25 augustus 2019 vond het grootste historische evenement van Zeeland plaats. | |||
Ruim 500 re-enactors leven, eten en slapen in hun bivakken net als vroeger, anno 1809. Soldaten oefenen in het exerceren met wapens en er wordt een heuse landing nagespeeld, zoals in 1809 tijdens de Walcheren Expeditie. | |||
Met 40.000 soldaten werd toen Walcheren, met steun van hun scheepsgeschut en ‘Congreve’-raketten, veroverd. Uiteindelijk werden de Engelse soldaten door een onzichtbare ‘vijand’ teruggeslagen: de ‘Zeeuwse koortsen’. Van de 40.000 soldaten werden er ten gevolge van deze koortsen 13.000 geveld. Uiteindelijk stierven 4.000 man op Walcheren aan de gevolgen hiervan. De expeditie werd voor de Engelsen een groot fiasco. Na enkele maanden besloot John Pitt (2e Graaf van Chatham) om het leger terug te trekken naar Engeland. Foto: J. Francke, 25-8-2019. Bron: ZB/Beeldbank Zeeland, rec.nr. 183410]] | |||
Koortsen die wel de verschijnselen van [[malaria]] vertonen, maar daar niet altijd mee vereenzelvigd mogen worden. Erasmus maakte al melding van deze plaag (ca.1500). Boxhorn zegt in zijn kroniek (1644) dat de Zeeuwse koortsen 'by naer een spreeckwoordt ende schrik by den aengrensenden volckeren' geworden zijn. Onwetendheid en kwade trouw zijn volgens hem hierbij in het spel. Hij noemt de Zeeuwse lucht of liever locht goed doordringend en zuiverend. Een trieste faam kregen de koortsen toen het Engelse expeditieleger in 1809 op Walcheren erdoor werd geteisterd. Van de 40.000 militairen werden 13.000 door de gevreesde kwaal aangetast, de sterfte was groot; de koortsen doodden 40 maal sterker dan de wapens van de vijand. Het weer was regenachtig in dat seizoen; perioden van benauwende hitte verpestten de moeras-atmosfeer die het eiland kenmerkte. Als oorzaken werden o.a. aangemerkt: de overmatige consumptie van mossels en paling, het water dat de kwade nachtlucht absorbeerde, de 'stinksloten' van Middelburg en Vlissingen en de gebrekkige fouragering van de Engelsen gedurende de eerste weken. Als genezing werd aangewend: aderlaten, braken, koudwaterkuren, portwijn en jezuïetenpoeder (kinabast). | Zeeuwse Koortsen (moeraskoorts). Koortsen die wel de verschijnselen van [[malaria]] vertonen, maar daar niet altijd mee vereenzelvigd mogen worden. Erasmus maakte al melding van deze plaag (ca.1500). Boxhorn zegt in zijn kroniek (1644) dat de Zeeuwse koortsen 'by naer een spreeckwoordt ende schrik by den aengrensenden volckeren' geworden zijn. Onwetendheid en kwade trouw zijn volgens hem hierbij in het spel. Hij noemt de Zeeuwse lucht of liever locht goed doordringend en zuiverend. Een trieste faam kregen de koortsen toen het Engelse expeditieleger in 1809 op Walcheren erdoor werd geteisterd. Van de 40.000 militairen werden 13.000 door de gevreesde kwaal aangetast, de sterfte was groot; de koortsen doodden 40 maal sterker dan de wapens van de vijand. Het weer was regenachtig in dat seizoen; perioden van benauwende hitte verpestten de moeras-atmosfeer die het eiland kenmerkte. Als oorzaken werden o.a. aangemerkt: de overmatige consumptie van mossels en paling, het water dat de kwade nachtlucht absorbeerde, de 'stinksloten' van Middelburg en Vlissingen en de gebrekkige fouragering van de Engelsen gedurende de eerste weken. Als genezing werd aangewend: aderlaten, braken, koudwaterkuren, portwijn en jezuïetenpoeder (kinabast). | ||
==Auteur== | |||
A.M. Lauret, M.P. de Bruin | |||
= | ==Literatuur== | ||
*Deibel, De Engelsen in Zeeland in 1809. | |||
= | |||
[[category:geschiedenis]] | |||
[[category:gezondheidszorg]] | |||
Huidige versie van 18 jun 2025 09:55

Zeeuwse Koortsen (moeraskoorts). Koortsen die wel de verschijnselen van malaria vertonen, maar daar niet altijd mee vereenzelvigd mogen worden. Erasmus maakte al melding van deze plaag (ca.1500). Boxhorn zegt in zijn kroniek (1644) dat de Zeeuwse koortsen 'by naer een spreeckwoordt ende schrik by den aengrensenden volckeren' geworden zijn. Onwetendheid en kwade trouw zijn volgens hem hierbij in het spel. Hij noemt de Zeeuwse lucht of liever locht goed doordringend en zuiverend. Een trieste faam kregen de koortsen toen het Engelse expeditieleger in 1809 op Walcheren erdoor werd geteisterd. Van de 40.000 militairen werden 13.000 door de gevreesde kwaal aangetast, de sterfte was groot; de koortsen doodden 40 maal sterker dan de wapens van de vijand. Het weer was regenachtig in dat seizoen; perioden van benauwende hitte verpestten de moeras-atmosfeer die het eiland kenmerkte. Als oorzaken werden o.a. aangemerkt: de overmatige consumptie van mossels en paling, het water dat de kwade nachtlucht absorbeerde, de 'stinksloten' van Middelburg en Vlissingen en de gebrekkige fouragering van de Engelsen gedurende de eerste weken. Als genezing werd aangewend: aderlaten, braken, koudwaterkuren, portwijn en jezuïetenpoeder (kinabast).
Auteur
A.M. Lauret, M.P. de Bruin
Literatuur
- Deibel, De Engelsen in Zeeland in 1809.