Schelpenvisserij: verschil tussen versies

Uit encyclopedie van zeeland
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
W. van Gorsel (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
W. van Gorsel (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
 
Regel 1: Regel 1:
[[Bestand:Romeinen1.jpg|thumb|right|300px|Fundamenten van een Gallo-Romeins tempeltje dat gevonden is binnen de restanten van de Romeinse vesting. Foto: C. den Boer/De Stem. Bron: ZB/Beeldbank Zeeland, rec.nr. 133303]]
[[Bestand:Schelpenvisserij1.jpg|thumb|right|300px|Vrouw Klopmeyer met emmer schelpen en schelphouweel, ca. 1935. Bron: ZB/Beeldbank Zeeland, rec.nr. 19085]]


Wordt in Zeeland uitgeoefend langs het strand van Walcheren tussen Westkapelle en Vrouwenpolder. Dit gedeelte van het strand werd door het Waterschap Walcheren in de jaren 1980 verpacht (voor f 2,50 per jaar) aan drie personen, die elk hun eigen rayon hadden. Het was een bijverdienste voor mensen, wier hoofdbezigheid in een andere bedrijfstak lag en werd voornamelijk in het winterhalfjaar beoefend. De schelpen zijn recent, subfossiel en fossiel; zij spoelen vooral na oostenwind in belangrijke hoeveelheden aan. De winning geschiedt aan de vloedlijn op het droge gedeelte van het strand. Het is dus feitelijk meer verzamelen dan vissen. De schelpen worden eerst met een houten schelphouweel bij elkaar gekrabd en daarna opgeschept. Vroeger deed men de schelpen in manden, welke telkens per twee stuks aan een juk door vrouwen langs het schelpeslag(schuin opgaand wegje) het duin op werden gedragen en in een aldaar gelegen stortplaats. De schelp'oop, leeggestort. Later geschiedde het transport met paard en wagen voorzien van brede banden, tegenwoordig per vracht auto. De manden doen daarbij geen dienst meer; men schept de schelpen direct in het voertuig. Deze wagenvrachten worden ook op het schelpendepot gestort, waar de kopers de gewenste hoeveelheden kunnen komen afhalen (prijs vóór de oorlog f1,50 à f1,75 per m3 in 1980f 15.--per in 3 In goede jaren zette elke schelpenvisser zo'n 300 m3 per jaar om. De schelpen worden hoofdzakelijk gebruikt voor het verharden van tuinen bospaden. boerderij-erven en paden op kerkhoven. Het fijne. gebroken schelpgruis komt in de handel als kippegrit.
Wordt in Zeeland uitgeoefend langs het strand van Walcheren tussen Westkapelle en Vrouwenpolder. Dit gedeelte van het strand werd door het Waterschap Walcheren in de jaren 1980 verpacht (voor f 2,50 per jaar) aan drie personen, die elk hun eigen rayon hadden. Het was een bijverdienste voor mensen, wier hoofdbezigheid in een andere bedrijfstak lag en werd voornamelijk in het winterhalfjaar beoefend. De schelpen zijn recent, subfossiel en fossiel; zij spoelen vooral na oostenwind in belangrijke hoeveelheden aan. De winning geschiedt aan de vloedlijn op het droge gedeelte van het strand. Het is dus feitelijk meer verzamelen dan vissen. De schelpen worden eerst met een houten schelphouweel bij elkaar gekrabd en daarna opgeschept. Vroeger deed men de schelpen in manden, welke telkens per twee stuks aan een juk door vrouwen langs het schelpeslag(schuin opgaand wegje) het duin op werden gedragen en in een aldaar gelegen stortplaats. De schelp'oop, leeggestort. Later geschiedde het transport met paard en wagen voorzien van brede banden, tegenwoordig per vracht auto. De manden doen daarbij geen dienst meer; men schept de schelpen direct in het voertuig. Deze wagenvrachten worden ook op het schelpendepot gestort, waar de kopers de gewenste hoeveelheden kunnen komen afhalen (prijs vóór de oorlog f1,50 à f1,75 per m3 in 1980f 15.--per in 3 In goede jaren zette elke schelpenvisser zo'n 300 m3 per jaar om. De schelpen worden hoofdzakelijk gebruikt voor het verharden van tuinen bospaden. boerderij-erven en paden op kerkhoven. Het fijne. gebroken schelpgruis komt in de handel als kippegrit.

Huidige versie van 18 apr 2025 07:14

Vrouw Klopmeyer met emmer schelpen en schelphouweel, ca. 1935. Bron: ZB/Beeldbank Zeeland, rec.nr. 19085

Wordt in Zeeland uitgeoefend langs het strand van Walcheren tussen Westkapelle en Vrouwenpolder. Dit gedeelte van het strand werd door het Waterschap Walcheren in de jaren 1980 verpacht (voor f 2,50 per jaar) aan drie personen, die elk hun eigen rayon hadden. Het was een bijverdienste voor mensen, wier hoofdbezigheid in een andere bedrijfstak lag en werd voornamelijk in het winterhalfjaar beoefend. De schelpen zijn recent, subfossiel en fossiel; zij spoelen vooral na oostenwind in belangrijke hoeveelheden aan. De winning geschiedt aan de vloedlijn op het droge gedeelte van het strand. Het is dus feitelijk meer verzamelen dan vissen. De schelpen worden eerst met een houten schelphouweel bij elkaar gekrabd en daarna opgeschept. Vroeger deed men de schelpen in manden, welke telkens per twee stuks aan een juk door vrouwen langs het schelpeslag(schuin opgaand wegje) het duin op werden gedragen en in een aldaar gelegen stortplaats. De schelp'oop, leeggestort. Later geschiedde het transport met paard en wagen voorzien van brede banden, tegenwoordig per vracht auto. De manden doen daarbij geen dienst meer; men schept de schelpen direct in het voertuig. Deze wagenvrachten worden ook op het schelpendepot gestort, waar de kopers de gewenste hoeveelheden kunnen komen afhalen (prijs vóór de oorlog f1,50 à f1,75 per m3 in 1980f 15.--per in 3 In goede jaren zette elke schelpenvisser zo'n 300 m3 per jaar om. De schelpen worden hoofdzakelijk gebruikt voor het verharden van tuinen bospaden. boerderij-erven en paden op kerkhoven. Het fijne. gebroken schelpgruis komt in de handel als kippegrit.

Auteur

W.S.S. van Benthem Jutting