Slangsterren: verschil tussen versies

Uit encyclopedie van zeeland
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Importing text file
 
W. van Gorsel (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 1: Regel 1:
{{Infobox
[[Bestand:Selnering1.jpg|thumb|right|300px|De zoutwinning in volle actie met zoutketen, en op de achtergrond de stad Zierikzee. Naar een schilderij in het Gasthuis te Zierikzee. Tekening C. Pronk, 1745. Bron: ZB/Beeldbank Zeeland, rec.nr. 382]]
| above      = Slangsterren
}}
 
'''Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984'''


Behoren samen met zeesterren, zeeëgels, zeelelies en zeekomkommers tot de hoofdafdeling Stekelhuidigen of Echinodermata. In Zeeland komen drie soorten voor: de gewone slangster (Ophiáratenu ráta), kleine slangster (Ophitira álbida) en de brokkelster (Ophiátrix frágilis). De eerste twee soorten leven op of in zandige of modderige bodem, de laatste soort op stenen, oesters en vooral vaak op broodspons.
Behoren samen met zeesterren, zeeëgels, zeelelies en zeekomkommers tot de hoofdafdeling Stekelhuidigen of Echinodermata. In Zeeland komen drie soorten voor: de gewone slangster (Ophiáratenu ráta), kleine slangster (Ophitira álbida) en de brokkelster (Ophiátrix frágilis). De eerste twee soorten leven op of in zandige of modderige bodem, de laatste soort op stenen, oesters en vooral vaak op broodspons.


==Auteur==
W.J. Wolff


= AUTEUR =
==Literatuur==
= W.J. Wolff =
Wolff, Echinoderinata, 59-85.
= LITERATUUR =
= Wolff, Echinoderinata, 59-85. =




[[category:fauna]]


[[category:weekdieren]]
[[category:weekdieren]]

Versie van 28 apr 2025 08:22

De zoutwinning in volle actie met zoutketen, en op de achtergrond de stad Zierikzee. Naar een schilderij in het Gasthuis te Zierikzee. Tekening C. Pronk, 1745. Bron: ZB/Beeldbank Zeeland, rec.nr. 382

Behoren samen met zeesterren, zeeëgels, zeelelies en zeekomkommers tot de hoofdafdeling Stekelhuidigen of Echinodermata. In Zeeland komen drie soorten voor: de gewone slangster (Ophiáratenu ráta), kleine slangster (Ophitira álbida) en de brokkelster (Ophiátrix frágilis). De eerste twee soorten leven op of in zandige of modderige bodem, de laatste soort op stenen, oesters en vooral vaak op broodspons.

Auteur

W.J. Wolff

Literatuur

Wolff, Echinoderinata, 59-85.