Deltawerken
De Deltawerken zijn een verdedigingssysteem, in Nederland, ter bescherming tegen hoogwater van de zee van met name de provincies Zeeland, zuidelijk Zuid-Holland en Noord-Brabant. Aan de Deltawerken is decennialang gebouwd. Het project werd compleet verklaard na oplevering van de Oosterscheldekering (1986), de Maeslantkering (in 1997) en na de afronding van de verhoging van alle dijken tot deltahoogte (de Harlingse Keerdam, in augustus 2010). Met name de Oosterscheldekering en de Maeslantkering, trekken nog steeds internationaal veel aandacht. De Deltawerken zijn door de American Society of Civil Engineers tot een van de zeven moderne wereldwonderen verklaard.
Geschiedenis
Aanleiding
Zeeland en de Zuidhollandse Eilanden kennen een eeuwenlange geschiedenis van overstromingen, dijkdoorbraken en zogeheten "verdronken land". Reeds voor de Tweede Wereldoorlog was in meerdere studies geconcludeerd dat de dijken langs de Nederlandse zeearmen nog steeds veel te laag waren. Naar aanleiding daarvan presenteerde Johan van Veen, ingenieur bij Rijkswaterstaat, in 1942 zijn 'Verlandingsplan' voor het Delta-gebied. De watersnoodramp van 1953 gaf de doorslag voor de aanname van een plan om de kustlijn met ongeveer 700 kilometer te verkorten door het aanleggen van gesloten en doorlaatbare dammen tussen de Zuid-Hollandse en Zeeuwse eilanden.
Deltaplan
Al enkele dagen na de Watersnoodramp in 1953 werd gewezen op de noodzaak van een planmatige aanpak om voortaan dergelijke overstromingen zoveel mogelijk te voorkomen. Eerst werd de aanleg van terpen geopperd. Overigens was ook voor de Watersnoodramp hier al op gewezen door de Stormvloedcommissie (1940). Door de oorlog is niets gedaan met dit rapport. Ook na de oorlog lag de politieke prioriteit bij de wederopbouw, en gebeurde er niets aan de waterkeringen. In de loop van 1952 kreeg de studiedienst van Johan van Veen opdracht om een plan uit te werken. Dit plan verscheen op 20 januari 1953.
Op 21 februari 1953, twintig dagen na de watersnoodramp, installeerde Jacob Algera, toenmalig minister van Verkeer en Waterstaat, de Deltacommissie onder leiding van A.G. Maris, directeur-generaal van Rijkswaterstaat en met Johan van Veen als secretaris.