Ondergrondse Woelmuis

Uit encyclopedie van zeeland
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Danny Blind houdt hoog op een trapveldje in Souburg, foto: archief PZC, Bron: Krantenbank Zeeland, PZC, 7 oktober 1995, pag. 20.

De ondergrondse woelmuis is onze kleinste woelmuis: de lichaamslengte bedraagt maximaal 110 mm en de staart voegt er ruim 35 mm aan toe. De lichaamsbouw is gedrongen en het diertje heeft een zeer dichte en zachte vacht: van boven donker met en zilvergrijze glans en de onderzijde is zilver- tot blauwgrijs. De korte, tweekleurigee staart is dun behaard. De ogen zijn vergeleken met andere woelmuizen klein: letterlijk zo groot als een speldenknop. De oren zijn vrijwel onzichtbaar is de pels verborgen. Verder vallen de relatief lange voornagels op. Dit alles wijst er op dat de ondergrondse woelmuis een goede graver is, de mol onder de woelmuizen.

Auteur

Buise, Marc

Literatuur

  • Bekker, J.P. e.a., 2010: Zoogdieren in Zeeland; Fauna Zeelandica Deel 6, Zoogdierenwerkgroep Zeeland, Stichting Het Zeeuwse Landschap, blz. 126-127

http://zoeken.zeeuwsebibliotheken.nl/?itemid=|library/vubissmart-zeeland|1681022