Vrijwilligerswerk

Uit encyclopedie van zeeland
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Vrijwilligerswerk
Zeeuwse campagnedag voor vrijwilligerswerk, 2007, Zeeuwse Bibliotheek, Beeldbank Zeeland, recordnr. 22479

Algemeen

Volgens het Sociaal en Cultureel Planbureau wordt mantelzorg (gebaseerd op een persoonlijke band: vrienden, buren) en vrijwilligerswerk in onze samenleving steeds belangrijker.[1] Van burgers wordt steeds meer verwacht. De Nederlandse – en daarmee Zeeuwse – samenleving staat aan de vooravond van een grote verandering, namelijk de omslag van een verzorgingsstaat naar een participatiesamenleving. Dit betekent dat mensen die ondersteuning nodig hebben, deze eerst moeten zien te krijgen van hun eigen netwerk. Pas daarna kunnen ze een beroep doen op de overheid, instellingen en professionals. De overheid veronderstelt de beschikbaarheid van een groot potentieel aan informele hulp: mensen die in hun vrije tijd mantelzorg willen geven of vrijwilligerswerk willen doen.

Onderzoek van het SCP wijst uit dat de bereidheid om hulp te geven sterk samenhangt met de relatie. Mensen willen vaak graag de eigen familie helpen. Het feit dat er in Nederland al zo veel mantelzorgers zijn, bevestigt dit. Wel lopen mensen tegen grenzen aan: te lang intensief hulp bieden kan leiden tot overbelasting, zeker als je die hulp alleen geeft. Met waardering, erkenning, ondersteuning en begeleiding is de hulp vol te houden. Dit geldt niet alleen voor mantelzorgers, maar ook voor vrijwilligers, aldus het SCP.

Anno 2013 verricht één op de drie Zeeuwen (33%) vrijwilligerswerk. Dit percentage is hoger dan in 2009 werd gemeten (29%). Bij die laatste meting leek het erop dat vrijwilligerswerk aan belang inboette. In 2004 namelijk bleek het percentage nog 34% te zijn. De cijfers uit 2013 laten dus een soort van herstel zien. Ook veel Zeeuwse jongeren doen vrijwilligerswerk. Niet helemaal duidelijk is echter in hoeverre hun vrijwilligerswerk samenhangt met de verplichte maatschappelijke stage; ze doen vooral vrijwilligerswerk bij sportverenigingen.

Volwassen vrijwilligers

Vrijwillige inzet speelt een sleutelrol in de leefbaarheid van Zeeuwse wijken/dorpen: voor het in stand houden van verenigingen en het zorgen en helpen van elkaar. Onderzoek uit 2013 toont aan dat vrijwilligerswerk vaker op het platteland wordt verricht dan in de stedelijke gebieden. De ‘actieve ouderen’ nemen meer vrijwilligerswerk voor hun rekening dan inwoners uit de andere levensfasen. Het verschil tussen mannen en vrouwen is erg klein.

2013, bron: SCOOP

Zeeuws vrijwilligerswerk behelst vooral uitvoerend werk, bijvoorbeeld verzorging van zieken, sport- en spelbegeleider, kinderopvang, hand- en spandiensten. Veel verenigingen zijn afhankelijk van de inzet van vrijwilligers, met name sportverenigingen en kerkelijke verenigingen. In 2009 was zo’n 8% bezig in elk van deze type verenigingen. In Borsele en Veere lag toen het percentage vrijwilligers hoger dan in de andere Zeeuwse gemeenten. 80-plussers (8%) en jongvolwassenen van 16-29 jaar (23%) deden minder vrijwilligerswerk dan mensen in de leeftijdsgroepen 30-59 jaar (33%) en 60-80 jaar (31%).

2013, bron: SCOOP

Jonge vrijwilligers

Onderzoek uit 2011 toont aan dat ruim een derde van de vijftienjarige jongeren in Zeeland (36%) vrijwilligerswerk verricht. Dat is een flinke toename in vergelijking met een meting uit 2004. In 2009 bleken vooral activiteiten voor de sportclub favoriet. Bijna twee op de tien derdeklassers in Zeeland (17%) hebben zich daarvoor ingezet. Vrijwilligerswerk voor een andere vereniging of club (géén sportvereniging) was iets minder populair (12%). Verder waren er derdeklassers die zich vrijwillig voor een instelling (7%) en voor een organisatie (6%) hebben ingezet. Ongeveer een derde van de jongeren van 20-21 jaar gaf reeds in 2008 aan vrijwilligerswerk te doen (32%), dat is meer dan in 2004, toen was een kwart (26%) actief als vrijwilliger.

Opvallend is dat vooral in de gemeenten Sluis en Veere het percentage jeugdige vrijwilligers tegenwoordig significant boven het Zeeuws gemiddelde ligt. In Goes en Vlissingen ligt het er significant onder. Ook bij jongeren speelt het al dan niet wonen in stedelijke gebieden blijkbaar een rol. Jongeren verrichten vooral vrijwilligerswerk voor sportverenigingen. Voor een deel bestaat hun vrijwillige bijdrage uit min of meer verplichte diensten die zij voor hun vereniging verrichten, zoals het draaien van een bardienst bij een tennisvereniging.

Ouderen

In Zeeland blijven ouderen lang in hun eigen huis wonen, geholpen door buren of familie (mantelzorgers) of door andere vrijwilligers. Met de huidige beleidsveranderingen zal er in de toekomst nog meer dan nu het geval is een beroep gedaan moeten worden op verzorging van ouderen door familie en buren. De druk op informele hulp neemt toe. Bovendien bestaat in Zeeland de hulp aan huis vaker uit mantelzorgers en vrijwilligers dan gemiddeld in Nederland.

2012/'13, bron: SCOOP

Daarnaast speelt mee dat vanwege demografische ontwikkelingen het aandeel oudere 1-persoonshuishoudens zal toenemen. Er dient daarom rekening te worden gehouden met ouderen die steeds langer alleen in hun eigen huis blijven wonen. Het organiseren van (mantel-)zorg wordt daardoor een nog grotere opgave.

Vrijwilligerswerk in de 21e eeuw

Door allerlei maatschappelijke ontwikkelingen als invoering Wmo, combinatie arbeid/zorg en demografie (vergrijzing en ontgroening) is het vrijwilligerswerk steeds meer onder druk komen te staan. Zo zien we onder meer een verschuiving van professionele hulp naar vrijwillige inzet, een toename van oudere (65+) vrijwilligers en kiezen vrijwilligers steeds vaker voor korte afgebakende klussen.

Reeds in 2011 is door onderzoeksbureau SCOOP aan een aantal sleutelfiguren uit het Zeeuwse vrijwilligerswerk gevraagd of zij bovenstaande (en andere) ontwikkelingen herkennen. Gebleken is dat trends in Zeeland niet anders zijn dan in de rest van Nederland, al geeft een aantal organisaties wel aan dat er door de geografische ligging en bereikbaarheid in Zeeland meer vrijwilligers nodig zijn. De belangrijkste trends die door de diverse organisaties worden herkend/benoemd, zijn:

  • Verschuiving van professionele hulp naar vrijwillige inzet
  • Behoefte aan korte afgebakende klussen in plaats van structurele inzet
  • Toename moeilijk bemiddelbare (= in te zetten) vrijwilligers
  • Toename jongeren die vrijwilligerswerk doen in het kader van de studie (maatschappelijke stage)
  • Toename inzet van vrijwilligers op het gebied van zorg en ondersteuning van cliënten
  • Ouderen hebben het druk

Gezien deze trends zou de focus volgens de meeste organisaties moeten liggen op:

  • Goede begeleiding en ondersteuning van vrijwilligers
  • Aantrekkelijk maken van vrijwilligerswerk
  • Adviseren van organisaties hoe ze kort afgebakende klussen kunnen aanbieden
  • Voortdurende aandacht voor werving en scholing (o.a. in samenwerking met het bedrijfsleven)
  • Goede intake om soorten vrijwilligers te categoriseren zodat vrijwilligers ingezet kunnen worden op specifieke taken
  • Maatschappelijke stage als middel om meer jongeren bij het vrijwilligerswerk te betrekken
  • Andere manier van werving van vrijwilligers (inzet sociale netwerken, face to face, digitale media)
  • Leggen van slimme verbindingen (sociale activering, dagbesteding, licht gehandicapten) via de Wmo

Wervingsaffiche voor vrijwilligers bij vogelasiel De Mikke in Middelburg, 1997, Zeeuwse Bibliotheek, Beeldbank Zeeland, recordnr. 17805 Vrijwilligers gezocht voor het Zeeland Nazomer Festival, 2001, Zeeuwse Bibliotheek, Beeldbank Zeeland, recordnr. 5287 Vrijwilligers op Tholen, 2001, Zeeuwse Bibliotheek, Beeldbank Zeeland, recordnr. 8986 Vrijwilligers gezocht door Stichting Humanitas in Middelburg, 2006, Zeeuwse Bibliotheek, Beeldbank Zeeland, recordnr. 21654 Vrijwilligers gezocht voor muziekfestival Concert at Sea in Renesse, 2007, Zeeuwse Bibliotheek, Beeldbank Zeeland, recordnr. 22278 De digitale vrijwilligersvacaturebank van Stichting Welzijn Middelburg, 2010, Zeeuwse Bibliotheek, Beeldbank Zeeland, recordnr. 24651

Auteur

Hans Clement (2015)

Literatuur

Gorsel, W. van, Sociale atlas Zeeland 2013 (Middelburg, 2013).

Klerk, M. de et al., Hulp geboden. Een verkenning van de mogelijkheden en grenzen van (meer) informele hulp (Den Haag, 2014).

Polderman, A., Schouten, T. & Spuesens, E., Inventarisatie trends vrijwillige inzet Zeeland 2011 (Middelburg, 2011).

Smit, A., Sociale Staat van Zeeland. Provinciaal rapport 2009 (Middelburg, 2009).

Somers, N. & Wouw, D. van der, Woon-themarapport: Ouderen en gezondheid (Middelburg, 2013).

Wouw, D. van der et al., Staat van Zeeland. Zeeland in tijden van crisis (Middelburg, 2014).

Noten

  1. Het huidige lemma bevat enkele hoofdpunten uit de volgende, veelal door SCOOP gepubliceerde en digitaal te raadplegen bronnen: 1) Smit, Sociale Staat van Zeeland. Provinciaal rapport 2009, 2) Polderman, Schouten & Spuesens, Inventarisatie trends vrijwillige inzet Zeeland 2011, 3) Van Gorsel, Sociale atlas Zeeland 2013, 4) Van der Wouw et al., Staat van Zeeland. Zeeland in tijden van crisis, 5) De Klerk et al., Hulp geboden. Een verkenning van de mogelijkheden en grenzen van (meer) informele hulp en 6) Somers & Van der Wouw, Woon-themarapport: Ouderen en gezondheid. Feitelijk zijn in het lemma teksten van deze bronnen opgenomen, zowel in geciteerde als in bewerkte vorm.