Coetus

Uit encyclopedie van zeeland
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Coetus

(Lat.: samenkomst met een bepaald doel). Behalve classikale vergaderingen kende Zeeland drie andere kerkelijke vergaderingen, de Synode, de Conventus en de Coetus. De Coetus werd bijeengeroepen, wanneer iemand zich bezwaard voelde over een uitspraak van de classis. Sinds 1638 hebben de Staten van Zeeland aan de kerk geen Provinciale Synode meer toegestaan. Maar er waren zaken die toch provinciaal geregeld moesten worden. Ook was er de mogelijkheid dat iemand in hoger beroep ging van een uitspraak van een classis. In zulke gevallen moesten de Staten, die de kosten betaalden, wel een Coetus toestaan. Uit iedere classis werden dan twee predikanten gemachtigd, terwijl de Staten twee gecommitteerden aanwezen om de Coetus bij te wonen. De Staten gaven hun toestemming onder de bepaling dat alleen mocht worden gehandeld over de aanhangige zaken. Na afloop van de Coetus moesten de handelingen worden toegezonden aan de Staten, die de genomen besluiten moesten bekrachtigen eer ze konden worden uitgevoerd. De classis Walcheren bewaarde de officiële notulen, waarvan de andere classes een afschrift kregen. De Coetus is een sprekend voorbeeld hoe de Gereformeerde Kerk in Zeeland door de overheid in een houdgreep werd gehouden. Voorbeelden van een Coetus zijn de afzetting van vader en zoon Lansbergen (1613), Pontiaan v. Hattem (1683) en van Gozuines à Buitendyk (1711).


AUTEUR

S.J.M. Hulsbergen